De persoon waar Céline tegenop botste was Hayley. Toen zag ze de jongens komen, waarschijnlijk jonkies, want ze renden niet erg lenig. Ze liet en grom horen en zette Céline achter zich. Ze zag dat de jongens steeds dichterbij kwamen. Hayley was nog steeds niet bang voor ze. 'Wat moeten jullie hier, je soort veraadden?' Gromde ze. 'Moet je kijken! Dit kun je niet fatsoenlijk jagen noemen.' Gromde ze nog altijd dreigend, het metro station was bijna altijd verlaten. 'Jullie willen zeker dat mensen weten wat jullie zijn hé? Jammer..' Zei ze toen zachtjes. Hayley's blik was nog altijd leeg en koud.