Een zwarte auto reed stopte voor het schoolplein. De drie inzittende keken elkaar treurig aan, maar zeiden niks. Een van de inzittende was een verlegen meisje, dat haar gezicht onder haar cappichion verborg. Lianna. De andere twee waren haar ouders. Haar ouders die ze de komende jaren niet meer zou zien als ze uit gestapt was.
"Lianna, je weet toch wel dat we van je houden", zei de moeder verdrietig.
Lianna knikte langzaam, maar durfte haar moeder niet aan te kijken. Bang dat ze in huilen uitbarste. Haar vader zat achter het stuur en keek treurig door de voorruit. Een ijzige stilte volgde.
"Lianna, onthoud dat we dit net als jij niet wilden", begon haar vader na een tijdje aarzelend. "Maar het moet"
Lianna zuchtte. Ze wilde niet naar dat internaat. Waarschijnlijk werd ze er alleen maar nog depresiever van.
Ze keek naar haar moeder die nog steeds huilde. Ineens schoot Lianna naar voren en gaf haar moeder huilend een knuffel.
"Mam ik hoe van je", zei Lianna door haar tranen heen.
"Ik ook van jou schat", zei haar moeder met een kleine glimlach.
Na een tijdje liet Lianna weer los en probeerde haar tranen zoveel mogelijk weg te vegen. Daarna keek ze naar haar vader die nog steeds naar buiten staarde. Langzaam leunde ze ook naar hem toe en gaf hem een kus op zijn wang.
"Ook van jou pap", zei ze weer half huilend.
Voor het eerst wende haar vader zijn blik van de weg en staarde zijn dochter met nog dezelfde treurige blik aan.
"Ik zal je missen", zei hij met een kleine grijns en wreef met zijn hand door haar bruine haar. Lianna glimlachtte nu ook en wierp een korte blik op de speelplaats.
"Ik denk dat ik maar moet gaan", bracht ze langzaam uit
Haar ouders knikte en ze gaf ze allebei nog een kus en een knuffel. Daarna opende ze haar deur en liep het plein op. Een nieuw leven zou vanaf nu beginnen. Achter zich hoorde ze de auto weer starten en draaide zich om. Haar moeder opende het raampje en riep nog iets onverstaanbaars. Lianna glimlachtte en zwaaide ze uit terwijl ze uit het zicht verdwenen. Toen de auto nog maar een klein puntje was draaide ze zich weer om en keek naar het plein en grote gebouw dat het internaat was.