Met een zucht sprong ze uit de auto. Wat voelde ze hier niet welkom. Ze keek wat rond. Haar huis was in een bos maar niet ver van de omgeving. Ze miste haar vroege land heel hard. Daar had ze heel wat vrienden. Ze hoorde hoe haar broertje tegen het raam klopte. Ze schrok wakker van haar dag droom en deed de deur van de auto open. Haar zusje was al lang het huis gaan onderzoeken. Ze rade al dat het een groot huis was. Haar ouders verdienen namelijk een boel geld. Maar je moet niet denken dat ze er van profiteerd! Ze wilde niet te veel op vallen. "Kom je nou!" riep Diem ongeduldig. Hij trok haar mee naar het huis. Een grote zilveren hek beschermde het huis. Toen ze voor zich uit keek zag ze een groot wit huis. Met een glazen terras. Toen ze binnen was was het minder mooi. Je zag heel wat vlekken en stenen. Maar ze wist dat haar ouders het allemaal wilden inrichten. Ze liep naar buiten en leunde tegen een boom. Ze had het even moeilijk omdat ze haar verleden miste.